Etiket sjablonen

Ga naar Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Etiketinstellingen → Etiketsjablonen in het menu.

Figuur 1

In het onderstaande voorbeeld is het onderdeel Etiketsjablonen afgebeeld.

Figuur 2
1

In dit voorbeeld zijn er meerdere sjablonen aangemaakt. Voor nieuwe artikelen of recepten is een placeholdersjabloon (Nieuw artikel) ingesteld als het standaard sjabloon. Dit is niet noodzakelijk, maar zorgt er wel voor dat u altijd een etiket kunt genereren..

Onderdeel
Omschrijving
Verplicht

Code

Elk sjabloon moet een unieke code krijgen. Deze mag door de gebruiker zelf bepaald worden.

Naam

Het sjabloon moet een naam krijgen.

Nutrient formattering

In dit onderdeel kan er voor een nutriënt formattering gekozen worden. Lees hier meer over Nutriënt formatteringen.

Nutrient samenvoeging

Het is mogelijk om een blok nutriënten met 1 naam op het etiket te laten verschijnen. Lees hier meer over Nutrient samenvoegingen.

Nutrient vermelden

Het is mogelijk om een blok nutriënten expliciet op het etiket te vermelden. Lees hier meer over Nutriënt vermelden en niet vermelden.

Nutrient niet vermelden

Zie nutriënt vermelden.

Nutrient groepering

Nutriënten moeten worden gegroepeerd op het etiket. In dit onderdeel moeten de nutriënt groepen aan de nutriënt blokken worden gekoppeld. Lees hier meer over Nutriënt groeperingen.

Nutrient analyse zichtbaar

Het is mogelijk om nutriënten zonder gehalten, met gehalten en zonder eenheid en met gehalten en eenheid af te drukken.

Grondstof titel

De grondstof titel is het kopje wat boven de groep grondstoffen (samenstelling) komt te staan. Lees hier meer over de Grondstof titel.

Grondstof samenvoeging

Het is mogelijk om een blok grondstoffen met 1 naam op het etiket te laten verschijnen. Lees hier meer over Grondstof samenvoegingen.

Grondstof vermelden

Het is mogelijk om een blok grondstoffen expliciet op het etiket te vermelden. Lees hier meer over Grondstof vermelden en niet vermelden.

Grondstof niet vermelden

Zie grondstof vermelden.

Grondstof procenten zichtbaar

Het is mogelijk om de grondstoffen met de percentages af te drukken.

Grondstof afronding

Als de grondstof in procenten zichtbaar is, kan in dit onderdeel de afronding gekozen worden.

Grondstof a.d. comma

Als de grondstof in procenten zichtbaar is, kan in dit onderdeel de formattering gekozen worden.

Land

-

Taal

Er kunnen meerdere talen geselecteerd worden. Standaard worden de talen op 1 etiket afgedrukt.

Etiket per taal

Indien er meerdere talen gekozen zijn wordt er per taal een etiket afgedrukt.

Vaste teksten sjabloon

Om vaste teksten op het etiket te presenteren moet er een vaste teksten sjabloon aanwezig zijn. Lees hier meer over Vaste teksten sjablonen.

obv actuele matrix

⚠️ Let op! Dit is een belangrijke optie. Lees hier meer!

Receptnummer zichtbaar

Het receptnummer kan dan wel afgedrukt of weggelaten worden. Aangevinkt is zichtbaar.

Receptnaam zichtbaar

De receptnaam kan dan wel afgedrukt of weggelaten worden. Aangevinkt is zichtbaar.

Scheidingsteken

Het standaard scheidingsteken tussen de grondstoffen en nutriënten is puntkomma. Er mag een ander teken gebruikt worden.

Actuele matrix

Bij het instellen van de analyseopties in Micromix zijn er twee mogelijke instellingen: de optie kan aan- of uitgevinkt worden. Elke keuze heeft specifieke gevolgen voor de analyse en weergave van nutriëntengehalten op etiketten.

Optie Uitgevinkt

Wanneer deze optie is uitgevinkt, gebruikt Micromix de analysegegevens uit de Mengopdracht. Dit betekent dat uitsluitend de nutriënten en analyses uit de Mengopdracht worden meegenomen. De gehalten zijn historisch en beperkt tot de nutriënten die in de Mengopdracht aanwezig zijn.

Deze instelling zorgt voor een consistente werkwijze. De gegenereerde etiketten zijn volledig herleidbaar naar de oorspronkelijke gegevens, waardoor het etiket in de fabriek en de administratie exact overeenkomt. Ook de MINAS-gehalten blijven gelijk aan de oorspronkelijke waarden. Optie Aangevinkt

Indien deze optie is aangevinkt, berekent Micromix de analyse opnieuw op basis van de actuele Grondstoffenmatrix, met de Mengopdracht als uitgangspunt. In tegenstelling tot de uitgevinkte optie worden nu alle nutriënten opnieuw berekend, en deze waarden worden gebruikt voor het etiket.

Belangrijk om te weten is dat de berekende waarden niet worden opgeslagen. Het aanvinken van deze optie kan invloed hebben op onder andere de MINAS-gehalten en vaste teksten. Bij het exporteren van het etiket worden de MINAS-waarden uit de Mengopdracht gebruikt, aangezien dit de historisch opgeslagen waarden zijn.

Voorbeeld

  • De berekende waarde van RE is 130 g/kg.

  • De in de Mengopdracht opgeslagen waarde van RE is 125 g/kg.

  • Op het etiket zal 130 g/kg worden weergegeven, maar bij de MINAS-waarden blijft 125 g/kg staan.

Belang van Nutriëntvoorwaarden

Bij het koppelen van vaste teksten aan nutriënten via nutriëntvoorwaarden moet rekening worden gehouden met mogelijke afwijkingen.

Indien nutriëntvoorwaarden worden gebruikt om vaste teksten te koppelen aan specifieke diersoorten, kan dit tot onverwachte resultaten leiden. Bijvoorbeeld:

  • Een vaste tekst is gekoppeld aan een minimum- of maximumvoorwaarde van een nutriënt.

  • Dit nutriënt is niet aanwezig in de Mengopdracht.

  • Wanneer de optie is aangevinkt, wordt dit nutriënt alsnog berekend en opgenomen in de dataset voor het genereren van het etiket.

  • Hierdoor kan de gekoppelde vaste tekst onbedoeld op het etiket verschijnen.

Houd bij het instellen van de analyseopties dus rekening met de mogelijke gevolgen voor de weergegeven waarden en gekoppelde teksten.

Om de label informatie in de administratie te vernieuwen moet er een nieuwe mengopdracht gemaakt worden. Deze moet vervolgens geexporteerd worden naar de administratie.

Nutriënt formatteringen

De eenvoudigste manier om een nutriëntformattering te wijzigen, is door het etiketsjabloon in de bewerkmodus te zetten, op de keuzelijst (combobox) te klikken en vervolgens rechtsboven in het scherm op de knop Spring te klikken. Zo opent Micromix direct het juiste onderdeel. U kunt deze functionaliteit ook benaderen via Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Nutriëntformatteringen.

Figuur 3
1

Klik op de "Wijzigen" knop.

2

Klik op de "Nutriënt formattering" combobox om deze te selecteren.

3

Klik op de knop "Spring" om naar dit onderdeel te navigeren.

Figuur 4

In figuur 4 zijn meerdere formatteringen zichtbaar. Deze formatteringen bepalen hoe de nutriënten op het etiket worden weergegeven. Elk nutriënt krijgt een eigen regel. Wanneer er een nieuw nutriënt wordt aangemaakt, wordt er automatisch een nieuwe formatteringsregel voor aangemaakt. In de onderstaande tabel vindt u de uitleg van de kolommen.

Veld
Omschrijving
Wijzigen

Code

Dit is veld geeft de nutriënt code weer.

Naam

Dit veld geeft de nutriënt naam weer.

Afronding

De afronding werkt als volgt: 10 is op tientallen, 1 is op helen, 0,1 is op tienden en 0,01 is op honderdsten. Als er niets ingevuld is dan is honderdsten de standaard.

Achter de komma

Achter de komma wil zeggen met hoeveel decimalen het getal zichtbaar wordt op het etiket. Als RE uit komt op 34,15 dan is 0 = 34, 1 = 34,1 en 2 = 34,15.

Eenheid

Het is mogelijk om de eenheid te wijzigen. Bijv. de standaard is mg/kg, maar er moet g/kg afgedrukt worden. Bij factor moet je daar 0.001 invoeren.

Weergeven

Er zijn 3 opties mogelijk. Nul onderdrukken, altijd weergeven en altijd weergeven - zonder waarde.

Factor

Zie eenheid

Vaste waarde

Het is mogelijk om en bepaald nutriënt altijd een vaste waarde te geven. Bijv. VEM 940.

Nutriënt samenvoegingen

Nutriëntsamenvoegingen zorgen ervoor dat groepen nutriënten onder één overkoepelende naam op het etiket worden vermeld. Zet het sjabloon in de bewerkmodus en klik in de keuzelijst Nutriënt samenvoeging op het gewenste blok. Gebruik vervolgens de knop Spring om direct naar het betreffende onderdeel te navigeren. U vindt dit onderdeel ook via Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Nutriënt samenvoeg-sjablonen.

Figuur 5

In dit voorbeeld is het nutriënt ONB gekoppeld aan het nutriëntenblok qv012 ONB. Hierdoor worden alle nutriënten binnen dit blok op het etiket als ONB weergegeven en worden de waardes bij elkaar opgeteld.

Klik op Wijzigen en selecteer het gewenste nutriëntenblok. Klik vervolgens op de knop Spring om direct naar het blok te navigeren. In figuur 6 ziet u hoe zo’n nutriëntenblok is opgebouwd. Raadpleeg het onderdeel Blokken voor meer informatie over het beheer van blokken.

Figuur 6

Nutriënt vermelden / niet vermelden

Standaard worden alle nutriënten die in een van de groepen in het onderdeel Nutriëntgroepering zijn ondergebracht, op het etiket afgedrukt, mits deze nutriënten in de mengopdracht voorkomen. Echter, wanneer u een Nutriënt vermelden-blok selecteert, worden uitsluitend de nutriënten uit dat blok afgedrukt—mits ze ook in de mengopdracht staan. Deze optie heeft voorrang op de standaard Nutriëntgroepering.

Een voorbeeld: Methionine is ingedeeld in de groep Analytische bestandsdelen en komt voor in de mengopdracht. Als u vervolgens een Nutriënt vermelden-blok gebruikt waarin Methionine niet is opgenomen, wordt Methionine niet afgedrukt.

In figuur 7 wordt het sjabloon gebruikt voor aanvullend voer voor melkvee, waarbij het blok qn200 melkvee is geselecteerd. Klik op Wijzigen en kies Nutriënt vermelden/niet vermelden om een blok te selecteren. Vervolgens kunt u met de knop Spring direct naar dit onderdeel navigeren. Raadpleeg het onderdeel Blokken voor meer informatie over het beheer hiervan.

Figuur 7

Nutriënt groeperingen

De nutriëntgroeperingen worden gebruikt om nutriëntenblokken aan de juiste groepen te koppelen. De groepen zijn in principe de wettelijke nutriëntgroepen (bijvoorbeeld Analytische bestandsdelen), maar u kunt naar wens extra groepen aanmaken.

Klik op Wijzigen en selecteer de gewenste nutriëntgroepering. Klik vervolgens op de knop Spring om naar dit onderdeel te navigeren. U kunt dit onderdeel ook vinden onder Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Etiketinstellingen → Nutriënt groepeer sjablonen.

Dit onderdeel bestaat uit vier kolommen (zie figuur 8).

Figuur 8
Veld
Omschrijving
Wijzigen

Veld

Dit is veld geeft het veld nummer weer.

Nutriënten groepen

De nutriënten groepen dienen eerst aangemaakt te worden. Ga naar "Vaste gegevens - Etiket/Documenten - Etiket instellingen - Nutriënt groeperingen om de groeperingen aan te maken. Deze groepen zijn o.a. nodig om de vertaling ervan te kunnen maken.

Nutriëntenblok

De nutriënt groepen moeten worden gekoppeld aan nutriëntenblokken om ervoor te zorgen dat de nutriënten die in het nutriëntenblok zitten in de juiste groep op het etiket vermeld worden. Selecteer een regel. Klik op de knop "Spring" om naar dit onderdeel te navigeren. Zie blokken om te lezen hoe blokken beheerd moeten worden.

Hoofd

Het is wettelijk noodzakelijk om een titel boven de toevoegingsmiddelen te plaatsen. Ga naar "Vaste gegevens - Etiket/Documenten - Etiket instellingen - Nutriënt groeperingshoofd" om de tekst in te geven en te vertalen. Selecteer de groepen waar deze titel boven moet komen te staan. De titel wordt maar 1x vermeld.

Grondstof titels

Een grondstoftitel is de koptekst die boven de samenstelling wordt weergegeven. Klik op Wijzigen en selecteer Grondstof titels om een titel te kiezen. Gebruik vervolgens de knop Spring om naar dit onderdeel te navigeren.

In het voorbeeld in figuur 9 zijn twee titels aangemaakt. Daarbij is een token gebruikt: {mng_versie}, wat het versienummer van de mengopdracht weergeeft. Meer informatie over het gebruik van tokens vindt u elders in deze handleiding.

U kunt dit onderdeel ook benaderen via Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Grondstof titel.

Figuur 9

Grondstof samenvoegingen

Met het onderdeel Grondstof samenvoeging kunt u groepen grondstoffen onder één overkoepelende naam op het etiket laten verschijnen. Zet het sjabloon in de bewerkmodus en selecteer in de keuzelijst Grondstof samenvoeging het gewenste sjabloon. Klik vervolgens op Spring om naar het bijbehorende scherm te gaan (zie figuur 10).

Dit onderdeel is ook terug te vinden via Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Grondstof samenvoeg-sjablonen.

Figuur 10

Er kunnen meerdere sjablonen worden aangemaakt, waarbij per sjabloon verschillende samenvoegingen mogelijk zijn. Geef elk sjabloon een Code en een Naam. Vervolgens kunt u in de kolom Code een grondstof selecteren, die gekoppeld moet worden aan een grondstoffenblok. Alle grondstoffen binnen dit blok worden dan samengevoegd onder de geselecteerde grondstof. Klik op het blok om het te selecteren en klik daarna op Spring om direct naar het betreffende blok te gaan. Raadpleeg het onderdeel Blokken voor meer informatie over het beheer van deze blokken.

Grondstof vermelden / niet vermelden

Standaard worden alle grondstoffen uit de samenstelling afgedrukt. Met het onderdeel Grondstof vermelden kunt u dit echter wijzigen door een blok met grondstoffen te selecteren die wél op het etiket moeten verschijnen. Alleen grondstoffen die overeenkomen met dit vermelden-blok, worden dan op het etiket afgedrukt. Hetzelfde principe geldt voor niet vermelden. Alle grondstoffen uit het niet-vermeldenblok worden juist niet op het etiket getoond.

Zet het sjabloon in de Wijzigen-modus, klik in de keuzelijst Grondstof vermelden/niet vermelden om het gewenste blok te kiezen en gebruik de knop Spring om naar dit blok te navigeren. Raadpleeg opnieuw het onderdeel Blokken om te lezen hoe blokken beheerd kunnen worden.

Vaste tekstsjablonen

Onder Vaste tekstsjablonen bepaalt u welke vaste teksten op het etiket worden afgedrukt. Er zijn standaard enkele velden beschikbaar. Deze velden kunnen op verzoek worden uitgebreid of verplaatst. Houd er rekening mee dat het rapport en de export aangepast moeten worden als er nieuwe velden worden toegevoegd. Deze aanpassingen worden door Koerhuis verzorgd. Overleg daarom altijd met een medewerker van Koerhuis voordat u extra velden aanmaakt.

Code
Naam
Omschrijving
Standaard positie

rcp

Receptveld

In dit veld staan het receptnummer en de naam

2e veld

gst

Grondstofvelden

In dit veld staan alle grondstoffen (samenstelling) en de titel.

4e veld

nut

Nutriëntvelden

In dit veld staan de nutriënt groeperingen en de titels.

3e veld

01

Vaste tekst boven (vet)

In dit veld staan vaste teksten. Meestal het adres.

1e veld bovenaan het etiket.

02

Vaste tekst onder (vet)

In dit veld staan vaste teksten. Meestal de houdbaarheidstekst

5e veld

03

Vaste tekst onder

In dit veld staan vaste teksten. Meestal de gebruiksaanwijzing.

6e veld

Figuur 11

Zet het sjabloon in de Wijzigen-modus en kies in de keuzelijst Vaste teksten sjabloon een sjabloon. Klik vervolgens op de knop Spring om naar het betreffende onderdeel te navigeren. Hierop verschijnt het scherm uit figuur 12. In dit voorbeeld zijn meerdere sjablonen voor vaste teksten aangemaakt.

U vindt dit onderdeel ook via Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Vaste teksten sjablonen.

Figuur 12
Kolom
Omschrijving

Veld

Hier moet het etiket veld geselecteerd worden. Dit bepaalt de plek van de tekst op het etiket.

Tekst

Hier moet de vaste tekst geselecteerd worden. Dit bepaalt welke tekst er in het veld geplaatst moet worden.

Volgende

Hiermee kan de volgorde van de vaste teksten op het etiket bepaald worden.

Nutriënt

De nutriënteis voorwaarde. Als een nutriënt op het label zich binnen de min of max opgegeven waarde bevindt, dan wordt de tekst afgedrukt.

Nutriëntenblok

De nutriëntenblok voorwaarde. Als een nutriënt op het label zich in het blok bevindt, dan wordt de tekst afgedrukt.

Grondstof

De grondstofeis voorwaarde. Als een grondstof op het label zich binnen de min of max opgegeven waarde bevindt, dan wordt de tekst afgedrukt.

Grondstoffenblok

De grondstoffenblok voorwaarde. Als een grondstof op het label zich in het blok bevindt, dan wordt de tekst afgedrukt.

Recept

De recept voorwaarde. Als het receptnummer gelijk is met het recept op het label, dan wordt de tekst afgedrukt.

Receptenblok

De receptenblok voorwaarde. Als een grondstof op het label zich in het blok bevindt, dan wordt de tekst afgedrukt.

Diergroep

De diergroep voorwaarde. Als aan het recept van het label hetzelfde diergroep hangt, dan wordt de tekst afgedrukt. Zie recepten voor het koppelen van diergroepen.

Relatie

De relatie voorwaarde. Als aan het recept van het label dezelfde relatie hangt, dan wordt de tekst afgedrukt. Zie recepten voor het koppelen van relaties.

Locatie

De locatie voorwaarde. Als aan het recept van het label dezelfde locatie hangt, dan wordt de tekst afgedrukt. Zie recepten voor het koppelen van locaties.

Marker

De marker is symbool wat als voetnoot gebruikt wordt. Bijv. (1)

Begin met het toekennen van een veld aan de vaste-tekstregel. Klik op de keuzelijst Veld, waarna het scherm uit figuur 13 wordt geopend. Selecteer het veld waarin u de gewenste tekst wilt plaatsen.

Figuur 13

Daarna selecteert u de vaste tekst die in het eerder gekozen veld moet worden weergegeven. Klik in de kolom Tekst op de keuzelijst om een vaste tekst te kiezen. De vaste teksten vindt u onder Vaste gegevens → Etiket/Documenten → Algemeen → Vaste teksten.

Figuur 14

Standaard wordt de tekst afgedrukt tenzij er een voorwaarde aan hangt. Zie tabel voorwaarden. In figuur 15 zijn 2 voorbeelden van het gebruik van voorwaarden afgebeeld en uitgelegd.

Figuur 15

Voorwaarden voor het afdrukken van teksten Standaard wordt een tekst altijd afgedrukt, tenzij er een voorwaarde aan is gekoppeld (zie tabel). In figuur 15 zijn twee voorbeelden te zien van het gebruik van deze voorwaarden:

  • Tekst [1]: De tekst “1) Geprod. met GMO Sojabonen” is gekoppeld aan het grondstoffenblok “Q101 Grondstof_soja...”. Dit betekent dat deze tekst alleen wordt afgedrukt als er op het etiket een grondstof voorkomt die eveneens in dit grondstoffenblok is opgenomen (bijvoorbeeld soja).

  • Tekst [2]: De tekst “Max Urea-N in Rantsoen” is gekoppeld aan nutriënt 1550, Ureum. Wanneer de waarde van dit nutriënt op het etiket boven het minimum van 0,01 uitkomt, wordt deze tekst afgedrukt.

Tokens

Niet alle gegevens zijn statisch; sommige zijn variabel. Een voorbeeld hiervan is de houdbaarheidsdatum. Bij het afdrukken of exporteren van het etiket worden dergelijke gegevens geactualiseerd. In het voorbeeld in figuur 16 worden in een vaste-tekstregel de tokens {datum_houdbaar} en {charge_nr} gebruikt. Dat betekent dat:

  • {datum_houdbaar}: De houdbaarheidsdatum wordt tijdens het printen of exporteren automatisch berekend en op het label geplaatst.

  • {charge_nr}: Het chargenummer is een nummer dat kan worden opgegeven in het onderdeel Etiketten printen.

Figuur 16

In het onderdeel Vaste teksten vindt u alle beschikbare tokens via de knop Tokens rechts bovenin het scherm. In figuur 17 ziet u welke tokens dit zijn. Door op een token te klikken, wordt deze automatisch naar het klembord gekopieerd, waarna u het token in de vaste-tekstregel kunt invoegen.

Laatst bijgewerkt